Wednesday, March 16, 2016

De Koloniale Tentoonstelling Semarang 1914 Door Ir, H. Maclaine Pont




1.    BETEEKENIS EN BELANG DER TENTOONSTELLING.                             |
De Koloniale Tentoonstclling te Semarang (K.T.S.) had niet altijd een goede pers. Veel is in haar gelaakt, veel ook is afgegeven op de plaats waar zij gehouden is: Semarang. Er zijn er, die haar bestaans-reden in twijfel hebben getrokken en die bij al hun verwondering over haar hooge vlucht de onderneming zijn blijven zien als een failure.
Wat is de K.T.S. echter geweest, ondanks zekere onbeholpenheid, die zij als eerste onderneming van dien aard en dien omvang in Indie, met alle beginnelingen-werk   gemeen   had, ondanks ook hareslechte finantieele resultaten? Ze is bovenal geweest de eerste groote uiting van Nederlandsch-Indie als eene en ondeelbare natie, eene uiting, die te opmerkelijker is, daar de tentoonstelling zooveelaan particulierinitiatiefte danken heeft gehad. De regeering toonde zich der tentoonstellingsver-eeniging welwillend gezind, en te meer lof verdient hare bonding, waar zij het particulier initiatief op zoo juiste waarde heeft weten te schatten. Men kan namelijk niet zeggen, dat van den aanvang af een steun werd verleend, die ingrijpend was en leiding gaf Het was alsof de regeering, niet veel willende wagen, te voren eer geneigd tot remmen. per slot van zaken de vlucht, die de onderneming nam, niet ongaarne zag. Eerstallengs begon haar steun gelijken tred te houden met wat elders werd gedaan, (vooralnadatbleekhoegroot belang Japan in de tentoonstelling stelde).
Voorts is de K.T.S. geweest een uiting van pro­test, tegen wat wel eens genocmd wovdt de achter-afstelling van Semarang.
Semarang toch heert niet alleen sedert de pacificeering van Midden-Java aan strategische en politieke beteekenis ingeboet, doch kon ook op handels-gebied door het gemis van een goede afscheep-gelegenheid met Batavia en Soerabaja geen gelijken tred houden. Het ontbrak de burgerij niet aan voortvarendheid en werkkracht, immers mocht de voor het Midden-Javaansch achteriand zoo gunstig gelegen stad zich in een toenemenden bloei verheugen. Van de sedert zoo korten tijd zelfstandige Indische gemeenten ontwikkelde zich ook hier het eerst een krachtig gemeentelijk leven, dat door doortastende maatregelen meer dan eens de aandacht trok.
Het is niet te verwonderen, dat juist door dezen bloei het gebrek aan een goede haven als voort durende belemmering werd gevoeld en dat er een strijd om een diepzeehaven voor Semarang ontbrandde, die steeds met meer klem werd gevoerd. Hoe het met de technische uitvoerbaarheid der havenplannen ook zij, zeker is datdeburgerijnau-welijks op schitterender wijze had kunnen demon-streeren, dat de stad finantieele offers van over-heidswege waard is, dan zij gedaan heeft, door het initiitief te nemen tot deze tentoonstelling.
Van het Gewestelijk Bestuur ondervond de ten­toonstelling groote sympathie en de krachtigste medewerking. De resident, voorzitter van het Hoofdbestuur der tentoonstellingsvereeniging vormde haar eenigen officieelen band met de Re-geering. Te merkwaardiger is het, dat het gemeentebestuur zoo weinig belangstelling toondc, en behalve door een goede eigen inzending, oridergebrachl in hot gewestelijk paviljoen, niettcgenstaande herhaalde verzoeken om steun tot geenerlei offer bereid was, zelfs niet tot afstand van de tijdens de tenloon-stellingsdrukte meerder ontvangen vermakelijk heidsbelasting.
Wel is het te betreuren dat de jonge gemeente, in haar eerste optrenden zoo rijk aan mannen van initiatief, niet meer middelen heeft kunnen in het werkstellen, om de tentoonstelling aan haar eigen plannen dienstbaar te maken.
Hierbij wordt niet in de eerste plants gedoeld op do mogelijkheid om naar het voorbceld van andere steden, bij grooter deelname eenige tentoonstel-iingsgebouwen voor de stad te behotiden en in te richtcn als museum, schouwburg of permanente tentoonstellingshal. De tentoonstelling had op andere wijre het algemeen nut kunnen dienen.
Men bedenke. dat Semarang de eerste gemeente in Nederlandsch-Indie was, die. in het gelukkige bezit van in de onmiddellijke nabijheid gelegen gezonde heuvelterreinen (afb. 3), een grootsch gemeentelijk grondbedrijf organiseerde, waarvan tenminste oorspronkelijk, de bedoeling was, om de bevolking van de ongezondste stadsgedeelten aan een betere woongelegenheid te helpen, voor welke hulp voornamelijk in aanmerking kwamen de minder bemiddelden. voor wie de woningtoestanden het nijpendst gebrekkig waren.
#Voor deze categorie ingezetenen vormde naast de groote afstand van het zakencentrum en het gebrek aan snelle verkeersmiddelen, een der voor-naamste beletselen tegen de vestiging in deze terreinen de ontstentenis van een eenigszins bewoond centrum met winkelgelegenheid enz. De ervaring nu heeft geleerd, dateene groote ten-\ toonstelling, met haar lange voorbereiding, het | bijbehoorend vertier van werkvolk en de groote drukte tijdens haren eigenlijkenduur,belangenter plaatseschept, en steeds de vorming in haar nabij-heid van een, slechts zelden geheel verdwijnende, kleine bebouwde kom met winkelgelegenheid en wat dies tneer zij ten gevolge heeft, Dit feit had men te baat kunnen nemen, om hier te brengen, wat er ontbrak, en men had dit kunnen doen om-dat de eerste groote wegaanleg (afb. 4) en de ge-meentelijke drinkwaterleiding, die de terreinen eerst bewoonbaar maakten, nog juist voor deten-toonstelling voitooid waren. Het heeft echter niet niogen zijn.

De nieuwe Tjandi-weg met zijn schitterende vergezichten.
De Chineesche groot-grondbezitter-millionair Oei-Tiong-Ham bleek meer competent en zijne belangen in dezen ter dege te kennen. Hij stelde op zijn particulier land, gelegen tusschen de stad en de gemeentelijke heuvelterreinen in, den grond kosteloos beschikbaar, en maakte het de onderne-ming zelfs zeer gemakkelijk door haar een groot renteloos voorschot te verleenen. Ook stelde hij aan de gemeente kosteloos den grond beschikbaar voor de doortrekking van een weg van de stad naar de gemeentelijke bouwter-reinen, in aansluiting aan bovengenoemden nieu-wen weg.
Daarmede bereikte hij voor zijne terreinen 1", eene belangrijke verbetering der wegen, 2°. een schitte­rende reclame, 3°. een geslaagd begin van bebou-wing en ten laatste een onmiddellijke belangrijke
waardevermeerdering van den grond, hetgeen voor hem vooral veel beteekende met het oog op de door de regeering gekoesterde plannen tot naasting der particuliere landerijen. Hiermede was een tweede doel van de gerneente-lijke grondpolitiek : paal en perk te stellen aan de onzinnige opdrijving der grondprijzen van den laatsten tijd voorloopig gemist. De nieuweTjandi-weg metzijn schitterende verge-zichtenfaf b.5)werd een geliefkoosde toerweg voor automobilisten, het heuvelland een zeer gewild bouwterrein voor meer bemiddelden. Met hen zal er zich later een niet onbelangrijkaantal Inlanders vestigen, voor wie als werklieden, bedienden of anderszins geinteresseerden belangen ter plaatse zullen ontstaan. Om echter den minderen Euro-peaan en een noemenswaard gedeelte der Inland-sche bevolking uit de moerassige benedenstad er been te krijgen, zal men thansgrooter moeitemoe-ten nanwenden. Wellicht zelfs is daartoe de kans voor immer verkeken.

II. DE PLANNEN. Hadden slechts weinigen eenigen kijk op de be­langen welke met de Tentoonstelling waren ge-rnoeid, niemand heeft te voren kunnen bevroeden welke vlucht de onderneming nemen zou. Ook voor de oprichters was haar groei geheel onver-wacht, wat het sterkst spreekt uit het feit, dat haar bouwsom nagenoeg tienmaal de eerste ramingen bedroeg. Zij groeide onder de hand. Telkens de-den zichnieuwebehoeftenvoorzien.terwijl andere, waaraan in het begin veelgewicht wastoegekend, minder belangrijk werden, somtijds geheel ver-vielen.

Juist het feit, dat men bij de annname van de voor de verschillende onderdeelen benoodigde terrei-nen in den beginne geheel in het duister tastte, maakteden eersten opzet der plannen buitenge-woon moeilijk, en met den groei van sommige onderdeelen, het wegvallen van andere, waaron-der zeer belangrijke, werden de plannen in som­mige opzichten geheel ontwricht. Nog meer was dit tijdcns de uitvoering ht-t geval. Allerlei eischen werden eerst op het laatste oogen-blik bekend, hetgeen met de stijging der prijzen en arbeidsloonen ten gevolge had, dat op andere punten moest worden bezuinigd. Voor de uitvoe­ring was weinig tijd beschikbaar: Hier moest dus snel beslist en doortastend worden opgetreden. Geen wonder dan ook. dat zich daarbij conllicten tusschen project en uitvoering moesten voordoen. De projecten werden daarbij echter in den regel het kind van de rekening.

Eene tentoonstelling van den opzet der Semarang-sche dienteeneafspiegeling tezijn vanalle levende vormen van het volksbestaan. Zedient iet.s te heb-
ben van het vededen, doch ook van de toekomst met zijn nieuwe mogelijkheden. In ons Indie had eene tentoonstelling als deze juistin dezen tijd een zeer bijzondere beteekenis.

Eenerzijds zijn daar de vele volkeren,die, sommige met roemrijk verleden, andere zeer in verval, alle met een eigen, dikwerf zeer hoogstaande bescha-ving, eigenlijk meer naast dan met elkander leven in bestaansvormen, waarbij zij voornamelijk in eiger ' ehoeften voorzien, en die elk in zich zelf afgetond zijn.

Te midden van deze is een — meest vlottende — Europeesche bevolkingskern gekomen, met eigen beschaving, eigen materieele en geestelijke be-hoeften en eigen aspiraties, en daarmede deed de Europeesche handels- en ondernemingsgeest ziin intrede. halve in de bedoeling gelegen een Europeesch en een Indisch gedeelte sterk te onderscheiden door deze onderdeelen in een volslagen verschillend karakter te houden, echter met behoud van een noodzakelijk innerlijk contact. Er werd dus voor de Indische inzendingen een af-tonderlijk gedeelte bestemd, waartoe de natuur-ijke vorm vanhet terrein zich gemakkelijk leende. Enkele typische verschillen tusschen detrfcliitec-iuur van de moderne westersche- en die van de Dostersche volken werden bij de verdere indeeling ier beide terreinen streng dborgevoerd. [n de eerstgenoemde architectuur — bijzondere jevallen van beinvloeding niet te na gesproken, — vordt groote overzichtelijkheid en een onmiddel-wordt groote overzichtelijkheid en een onmiddel-lijk-klaarblijkelijke indeeling nagestreefd, terwijl laatstgenoemde juist meer gereserveerd is, dikwerf geheimzinniger, weleen duidelijken wegaangeeft, waarlangs de bouwwerken moeten worden be-zocht, doch met den kern, die veelal voor het groote publiek niet toegankeliik is, niet te koop loopt.
Het plan voor het westersch gedeelte der tentoon-stelling is bij de uitvoering vrijwel tot zijn recht gekomen. Met gebruik van enkele plooiingen in het voor het doel bij uitstek geschikte terrein, en met aanhouding van enkele hoofdassen werden de voorname gebouwen van dit gedeelte om een complex van groote open ruimtengegroepeerd, elk
op zijn marquante plaats, alle geflanqueerd doorkleine paviljoens, die —• opzichzelf meer verzorgddan de groote gebouwen, waarvoor het beperkte budget geen kostbaar detail toeliet — door himkleine   afmetingen  juist de groote rnassa dezerhoofdgebouwen sterk deden spreken.

Door dezen opzet werd verkregen, dat mendade-lijk bij het betreden van het tentoonstellings-ter-rein dit gedeelte geheel overzag (af b. 6).
Ter weerszijden van de in grooten boogvorm ge-houden monumentale ingangspoort (afb. 2) ver-rezen in strenge vormen de beide nijverheidsge-
bouwen.

Over deepen ruimtetusschendezegebouwen doorwerd het uitzicht geopend op een in de breedte ont-wikkeld sportplein, dat, aan zijne uiteinden afgebakend door het suikerpaviljoen en het verkeers-gebouw (afb. 7), ingesloten vorm gehouden was, met dien verstande, dat men uitzicht behield op den tentoonstellingskern: het feestgebouw met zijn ter­ras. Ter weerszijden van een daarvoor gelegen Franschen tuinaanleg met muziektempel en fon-tein, stonden de beide Handelsgebouwen, die als tegenstelling tot de nijverheidsgebouwen en in aansluiting tot dit nicer feestelijk gedeelte in be-valliger vormen waren gedacht, met door bloeien-de slingerplanten begroeide koepels. (Bij uitvoe-ring gewijzigd).

Was, zooals gezegd, het sportplein (afb. 8) inge­sloten vorm gehouden, het gedeelte bij den ten­toonstellingskern vond door ommegangen om de Handelsgebouwen, een mcer open behandeling, waardoor hier een plan-verrijking, een climax werd verkregen.

Van uit deze ommegangen, waaraan de regee-ringspaviljoens, de meeste buitenlandsche inzen-dingen, de voornaamste verver-schingsgebouwtjes en eenige particuliere paviljoens konden wor-den geplaatst, vertakten zich verder de wegen naar de cultuurtuinen, de afdeeling vermakelijk-heden en de hooger gelegen tentoonstellings-terreinen.

Het Indisch gedeelte zou, volgens den oorspron-kelijken opzet hebben bestaan uit een gebouw voorlnlandsche Nijverheid.de inzendingenvande vorstendommen Solo en Djocja, de inzendingen dergewestelijke besturen van Java en Buitenbezit-tingen, een dorpsplein met woningen, waarin men Inlandsche handwerkslieden aan 't werk zou kun-nen zien, eenige bazars, eene reeks ververschings-hallenenrestauraties voor Inlanders, en ten slotteit eene Archeologische inzending, die het grooteverleden der Indische volkerenzouvertegenwoor-digen.
Dezelaatstezouhebben bestaan uit een fraaiecol-lectie Javaansche oudheden, een keurcollectie fo-tografische reproducties van de bekende tempel-
rumes.hier voor het eerst publiek tentoongesteld,en als climax een afgietsel van een Javaanschen tempel hebben bevat.

Deze gegevens maakten, in verband met de gun-stige terreinsgesteldheid eene zeer karakteristiekeplan vorming voor dittentoonstellingsgedetlte mogelijk, waarbij de boven ontwikkelde grondge-dachten geheel konden worden gevolgd.

Het tempel-afgietsel op de wijze van zijn origineelgeplaatst op een der meest marquante punten van het tentoonstellingsterrein (op den heuvel achter hetVerkeersgebouw,zieafb.7)zouvanafhetgroot-ste gedeelte der tentoonstelling en zelfs uit den ge-heelen omtrek zichtbaar, een fascineerendaantrek-kingspunt hebben gevorrnd. Door zijn spreken naar buiten, zijn meedoen aan het aspect ook van het Europeesch tentoonstellings gedeelte zou het de beteekenis hebben gehad van een inwendig contact tusschen beide gedeelten. Het zouden be-zoeker als 't ware hebben genood tot een gang door de Inlandsche afdeeling, langs den voorhof met zijn gamelan huisje, en de ofiicieele inzcn-dingen, langs de reeks prachtige Inlandsche wo-ningen der buitenbezittingen, langs den in enkele hoeken en bochten kronkelenden weg met zijn Oostersche drukte tusschen de bazars en de eet-huisjes, waarboventelkens weer die ternpel de aandacht zou hebben getrokken, uitstekend bovendit gewoel, verder lokkend. langs de bedrijvigheid der Indische Nijverheidskunst, die in al haar verschei-denheid altijd stil-prachtigc, gloedrijke, Poesaka der oude tijden, aleer hem te brengen bij den klei-nen aloon-aloon met de geheimzinnige steenen-beelden en — in een paar hallen — de rijke in-zendingen afbeeldingen van oude gewijde kunst, en vanwaar een trap-opgang met door beelden geHanqueer.de bordessen hem zou hebben opge-voerd tot den tempel-zelf, vanwaar hij de Indische afdeeling, en de yeheele tentoonstelling, en de stad en al het omliggend land met zijn bergen en de zee zou hebben gezien als van een hooger plan.

De plannen voor dit gedeelte echter zijn nooit verder gekomen dan een eerste ruwe schets, waarvan de grondgedachte in de afbeelding van het voorproject te zien is (afb. 1). Alspoedig bleek, dat de archeologische inzending in dezen vorm niet door kon gaan, daar 1°. de re-geering niet bereid werd gevonden om in den vorm van'een matig subsidie tot de verwezenlijking daarvan bij te dragen en 2°, ook op de inzending der Javaansche oudheden niet kon worden gere-kend.

Het betrof hier een zeer fraaie collectie meest steenen beelden van Djocja, die in een houten loods aldaar waren opgeslagen, doch waaraan door het bestuur van stad en gewest en door de burgerij zoo weinig waarde werd gehecht, dat zij, toen de loods aan de doortrekking van eenestraat in den weg stond, tegen de kosten van inruiming van een nieuw terrein en van de verplaatsing van loods en collectie opzagen, en derhalve de geheele collectie overdeden aan de stad Magelang.

iuurdoorrei.
naarMaffelang.gedureadedeatentoonstellingstijdte Semdfrang te krijgen. De vroede autoriteiten hadden hier evenwc] geen ooren naar.

Indien men nu weet, dat de waardevolle coJIectiegedurende geruimen tijd te Magelang op schandelijke wijze verwaarloosd is, en. deels in  eenopen wachthuis/e, deels in de vrije buitenlucht op den aloon-aloon en in den fuin van een hotel al-daar is opgeslagen geweest en, wie weet, wellicht nu nog in denzelfden toestand verkeert, dan is hetduidelijk, dat deze poging om bij een grooter pu-bliek kennis en belangstelling voor deze fraaie oud-heden op te wekken, is afgestuit op een daad vanonwil, waaropslechts de in ouderwetschen zin ge-bruikte benaming ,,Indisch" past.

De inzending van de fraaie foto-collectie van den Oudheidkundigen Dienst is toen ondergebrachtin een gedeelte van het gebouw voor inheemsche nijverheid.
Door dezen loop van zaken ook het gedeelte Inlandsche restaurants is een mislukking geweest, doch hierover later was aan de verwachting van het tentoonstellingsbestuur om van dit ge­deelte een even gaaf, afgerond en doordacht ge-leel tekunnen maken als het Westersche gedeeltes geworden, voor goed de bodem ingeslagen. \an de grootsche deelneming van de gewestelijke )esturen en de fraaie collectie Inlandsche Nijver-leidsvoorwerpen, aangevuld door ,,Kampoeng foekangan", waar men de Inlandsche ambachts-ieden hun kunsthandwerk kon zien beoefenen, let te danken, dat dit gedeelte toch nog geworden s van een verrassende schoonheid en zeker een ler belangrijkste gedeelten van de tentoonstel-ing: echter, alleen belangrijk als opstelling van :usiosa : de ziel was er uit.

onder al deze fraaie gebouwen viel het op, dat van lie der Javaansche gewesten, waarin zonder uit-ondering wel veel belangwekkends tentoonge-teld was, alleen een enkele getuigde van een bijzondere, levende en nog onbedorven volkskunst, die op hetpeilkonstaan vandieder meestebuiten-bezittingen.

Wel is hieraan duidelijk de westersche invloed te zien in de ,,meer gepacin'ceerde" gewesten, die de «. ude bewerkelijke en onzuinige vormen vernietigt, daar deze bij de opdrijving der prijzen van mate rialen en arbeidskrachten te kostbaar en onmoge-lijk worden, en anderzijds den inlander inzicht geeft, hoe hij met minder kosten beter en op meer hygienische wijze in zijn behoeften vooral van be-woning kan voorzien.

Wanneer zal deze maatschappij weer zoodanig in evenwicht zijn, dat van een nieuwe, dan modernc volkskunst van gelijke maatschappelijke beteeke-nis als de oude sprake kan zijn ? De f avanen, die het eerst onder den verzengenden invloed der westersche beschaving him eigen vor­men verloren, zullen wellicht het eerst aan den toe-stand van thans ontgroeien. Nu toonen zij nog minder, maar zijn zij daarom in werkelijkheid achterop?

Ook om deze reden bleef men hier iets van eene Archeologisch-Javaansche inzending missen, die bovendien ons westerlingen van de goede zijde van ons navorschingswerk had kunnen toonen. Waren dit nu de uitingen van Java, het voornaam-stevanalleeilanden.hetrijkste.hetrneestverlichte; van Java, dat in vroeger tijden den archipel behcerschte en aan Bali en aan andere landen be-schaving bracht ?
In onze gedachte bleef een mistroostigheid. een gevoel van eene lacune, en zelfs — niet bedoeld en geheel onwillekeurig,maar toch — vansmaad : als tegenover een arme, die men op een feest in haar schamele plunje te midden harer rijkere zus-ters had gezet.

Ill DETENTOONSTELLING ZELVE. Aan zeer veel kon men van de Semarangsche ten-toonstelling merken.dat zeeeneersteonderneming van dit karakter was, In sommige gcdeelten maakte ze meer den indruk van eene jaarrnarkt dan van eene tentoonstelling. Zoo kon men in de inzendingen der gewestelijke besturen de tentoonyestelJe voorwerpen koopen en rneenemen, wat op den duur de expostties zeer in waarde deed verminderen.

In andere afdeelingen scheen men van het nut eener mededinging naar de fraaist geexposeerde inzending van de beste artikelen weinig door-drongen en miste men wel eenigszins het uii$e sproken karakter van concurrence, die de meeste Eiuropeesche tentoonsteliingen kenmerkte. Naast vele zeer smaakvol ingerichte stands, uit-stekend berekend tot het lokken van belangstel-'ende bezoekers, \varen er vele onbeholpen inge-richt. In het zoo geslaagde Chineesche gebouw (afb. 13) geheel door de in Nederlandsch-Indie woonachtige Chineesche bevolking bekostigd, waren van de inzending der Chineesche regeering, enkele keurige uitstallingen van curiosa in zeer rustige interieurs niet te na gesproken, de meeste nijverheidsproducten, waaronder van de fraaiste, eenvoudigopgeborgeninkasten.Hetpubliekheeft hier in 't algemeen niets van gezien. Deze inzen­ding vormde daardoor eene merkwaardige tegen-stelling met de Japansche, waar in een gebouw, dat zeer de aandacht trok (afb. 15), weinig werk ge-maakt was van het interieur, doch alle producten op nuchterzakelijke, doch wel goed overzichte-lijke wijze in lange saaie rijen vitrines in verwater-den Lodewijk stijl waren uitgestald. Van een eenigszins uitsprekenvanheteigen volkslevenwas daar geen sprake, wat wel het geval was bij de Chi­neesche inzendingen, waar bij voorbeeld resultaten van inrichtingen van ambachtsonderwijs waren tentoongesteld.

Het verschil ir» bedoeling, die bij elk dezer inzen­dingen voorzat, was hier wel zeer duidelijk. Door dit onbesliste karakter van de groote massa der inzendingen werd het demonstratief-propa-gandistisch element van een sterk-sprekend kleiner deel voor het karakter der geheele tentoonstelling overwegend. Niet in de groote gebouwen, doch in afzonderlijke paviljoens, meestal op goedgeko-zen plaatsen, waren er onder meer de inzendingen

Spoor-Tram
Tramwegwezen, Scheepvaart. Pestbestti^dlng ttv    \ het paviljoen, ,,dc Vrouw". 1 Dat ook de inzendingen der gewestelijke besturen van overwegend demonstratief karakter waren, baardegeenverwondering doch in de afdeelingen voor Inlandsche en Europeesche cultures met hun-ne demonstrate tuitien en paviljoens, waarin van de vlucht en het eigenaardige wel en wee van elke cultuur een overzicht gegeven werd, merkte men niets van concurrence, wel van samenwerking. Te weinig animo, doch ook de beperkte reisge-legenheid voorbuitenlandschebezoekers, die, zelfs indien de oorlog niet tusschenbeide zou zijn geko-men, de toevloeii'ng van veel vreemdelingen zou hebben belet, zal hieraan wel niet geheel vreemd zijn.

Hoezeer ook behept met alle onvolkomenheden van een eerste onderneming op een nieuw gebied heeft toch de tentoonstelling blijvende vruchten gedragen. Voor Japan was ze als het ware het de-buut voor zijn handel op groote schaal met onze kolonien, die in den loop van den oorlog zoozeer toegenomen is, doch ook anderen landen niet het minst Australie en Amerika heeft ze de oogen voor het belang van handelsbetrekkingen met onze ko-Jammer dat de Nederlandsche inzending, die in den aanvang grootsch opgezet op het hooger ten-toonstellingsgedeelte een eigen centrum had kun-nenvormen.enaldaar vertierhad kunnen brengen, bij hare uitvoering is ingekrompen tot een belang-wekkende, doch kleine inzending in een weinig toonend paviljoen, waarvan de beteekenis aan de meeste Inlanders geheel is voorbij gegaan. Belangwekkend was het, om na te gaan, hoe de Inlander, van wien in 't algemeen bekend is, dat hij zich in fraaie, moderne en Europeesch inge-richte gebouwen niet dan met zekeren schroom be-weegt, deze liever langs een neven ingang binnen-gaat, en nog liever met oude, een voudig ingerichte kantoren te maken heeft, — hoe de Inlander zich in deze modern ingerichte tentoonstelling, vooral voor de fraaie, luxueuse inzendingen zou bewegen.

dat. hoezecr ooJc oader hen het percentage aan
onontwikkelden. voor w/e het doel van verschil-lende inzendingen en van biji v. grafieken verborgen I      fa/eef, grooter was dan onder de Europeanen, er toch zeer ve/en waren, die de inzendingen met groote   aandacht   bestudeerden,  ook die,  welke miniler ecnvoudiyf van opzet waren. Ik ineen hier echter te kunnen opmerken. dat men zich in het algemeen te weining rekenschap geeft van het feit, datde Inlandsche bevolking een over-groot aantal weinig gelctterden en analphabeten telt, wat voorloopig, bij het ontzaglijk aantal leer-krachten, dat daartoe zou worden vereischt, nog wel niet in belangrijke mate veranderen zal. Dat wil natuurlijk niet zeggen, dat onder dezen geen ontwikkelde, helder denkende menschen zijn. Om dezegrootste lagen der InlandscheMaatschap-pij te trekken zou men de expositie anders moeten inrichten. Met schrirtelijke aanduidingen en uit-leggingen is men dan niet klaar. Opmerkelijk was bij hen de grootere belangstel-ling voor exposities, waar deskundigemondelinge toelichting in de eigen taal gegeven werd, doc veel ook zou men kunnen bereiken, door aan schouwelijkefiguratievevoorstellingen.zij het nog zoo eenvoudige, naast de opschriften. — Er ware ter teritoonsteliing wel enkele stands, waaraan dez richting   niet vreemd was, eene klassiek-Euro peesch-Indische uitstallings wiize dierit echter no te worden uitgevonden. In het algemeen. kan men zeggen, was detentoon-stellmg zeer aan hen besteed, en m.i. heeft het da ook niet aan eenigen schroom. of aan een gebre aan bevattelijkheid gelegen, dat het aantal Inland schetentoonstellings-bezoekers, in de eerste dagen zoo boven verwachting groot, spoedig zeer ver-minderde.

De oorzaak hiervan moet m.i. worden gezocht ir het feit, dat er voor hen te weinig behoorlijke at tracties waren.

IV. DE ATTRACTIES
De gelegenheden tot ontspanning, verversching ei Afb. 16. De Feestzaal met het voornaamste restaurant trermaak voor Europeanen, waren uitstekend ver-zorgd.

Was eenerzijds het ietwat te kermisachtige Luna-park lang niet beter, dan wat een normale Indische jaarmarkt in dit opzicht geeft.gelegenheidtot ver-poozing en verfrissching was er ecr te veel dan te weinig en veelal, hoewel eenvoudig, van behage-lijk. genoegelijk karakter en van ruime opvatting. Voor ontspanning dienden voornamelijkde ruime feestzaal (afb. 16), met zeer goed ingerichte too-neelgelegenheid, en een zaaltjc voor Cabaret-Ar-tistique nabij het heuvel-restaurant. Ook het gebodene was zeer verzorgd. Goede mili-taire muziek op het terrein.goede tooneelstukken, enkele zeer geslaagde concerten, enkele kleine opera uitvoeringen, gegeven door uitsluitend In­dische krachten, die — afgezien van de eenigszins magerepianobegeleiding, — uitmunttendoor fijne gevoeligheid en uitstekende leiding; het uitstekend WienerOperettenEnsemble.de uitbundigeCaba-ret-avonden, enkele zeer goedestnjkjesen ter ver-korting der na-avonden de groote attractie van vulgair geestige soubrettes in den Trocadero-Bar, en enkele voortreifelijke moderne dancing-perfor­mances dit alles zal den geregelden tentoonstel-lings-bezoekers niet licht uit het geheugen gaan, Het was iets, dat hen uit Indie weg tooverde, ,,Beau-monde" trok, het altijdeenigszins afmatten-cle, drukkende der atmosfeer deed vergeten. De af en toe gehouden nationale dansen van Atjehers, Dajaks, en West-Sumatranen die met de inzen-dingen vanhunnegewesteiijke besturen waren me-degekomen, de Chineesche feesten, met hun phan-tastisch-geillumineerde optochten, waren exoti-sche sensaties, die deze Europeesche sfeer eer ac-centueerden dan verbraken. Wat was er echter, dat groote massa's Inlanders kon trekken ? De kermis in het Lunapark en de al-daar en in de Solosche afdeeling af en toe in min-derdan middelmatigeomgevinggehouden wajang-voorstellingen hadden voor hen niets nieuws, wa­ren om zoo te zeggen ..vieux jeu" voor hen. Terwijl voor de recreatie- en restauratie-gelegen-heden der Europeanen de fraaiste punten der ten-toonstelling gereserveerd waren, was er niets ge-daan om hun eetgelegenheden aantrekkelijk te ma-ken. Dit waren, zooalsAfb. 17 zooduidelijk toont, twee kleine, voor hun tijd bouwvallige krotten, terwijl een Inlanders bezoek van tienduizenden verwacht werd. Zij waren minder dan ze op de eerste beste jaarmarkt te vinden zijn. Wel was terrein beschikbaar gesteld voor de op-richting van warongs. Echter: in een uithoek. Was het wonder, dat hiervoor weinig animo bestond? Dan nog miste de tentoonstelling voor hen de aan-trekkelijkheid, bij alle Oosterlingen zoo geliefd, van het kunnen doen van inkoopen, welkebinnen het bereik hunner beurzen vielen. nedeelte, weinia oodrinaeria als ze ziin. on aere- Enkele inzendingen, zooals die van Solo en Djocja, waren wel gedeeltelijk ingericht als een jaarmarkt in het klein, er was echter nergens een punt, dat door zijne ligging en belangrijkheid daarvoor ge-schikt was, tot aajifrekkelijk brandpunt gemaakt. Er was daardodr nergens een gedeelte met die ty-pisch-ernstige.gezellig-roezigeOosterschedrukte, geen ,,Kefamehan" waar de Inlander zich ,,Se-neng '^voelt. Voor hem was het een aangapen der Europeesche ,,monde", vooral als deze op den la-ten avond bij de soubrettes gek begon te doen, en van het Europeesche r,Tandakken" van den pro-fesseur de danse.

Bij den eersten opzet der plannen was aan deze la-cune wel degelijk gedacht. Het gedeelte Inland-sche restaurants met enkele bazars, geprojecteerd tusschen den voorhof met de gewestelijke inzen­dingen, en den Kampong-Toekangan.dat — waar-om niet — hadkunnen wordenaangevuldmeteen open terrein voor de opstelling van draagbare kra-men, waar ook de minste man voor zijn paar cen-ten zijn gading had kunnen vinden, en dat 'savonds door de menigte lichtjes van al die kraampjes op-geluisterd, dit gedeelte had kunnen maken tot iets zeer karakteristiek, was een poging ook voor den Javaan iets te brengen. ')

De Voorhof, met zijnen paseban voor de opstel­ling van eengamelan, wasgedachtalseencentrum voor volksfeesten. Nu dansten af en toe Atjehers op een open ruimte naast hun paviljoen hun krijgs-dansen, soms afgewisseld door Dajaks: zij vonden veel bekijks, maar een openbare uiting van den Javaanschen volkszin was niet in de hand ge-werkt.

Was het niet als een fataal symbool, dat overal Europeesche muziektenten waren, en Europeesche muziek gehoord werd, maar dat de gamelan terug-gedrongen was binnen enkelekleinereinzendingen of binnen de Wajang tenten? Neen, de gamelans met hun diepen toon enprach-tig rythmus hadden in een breed opgezet Indisch
') Totn het te laat was heeft men nog een poging gedaan om Inlanders te trekken.en verkoopersmetdraagbarekramen toe gelaten tot ..... het Lunapark openbaar een feeststemming moeten brengen, delucht moeten vervutten van een sfeer van harmonic, de harten toegankelijk makend voor innigheid en teedere gevoelens. Dan was er lets ge-weest van een begrijpen en zich geven en had men laten wedervaren een goed recht.

En het tentoonstellingscentrum, het feestgebouw, waar nu de Inlandsche massa star werd geweerd? In de voorstudieen was ook daarvan de opzet eene gansch andere.
Het feestgebouw is gebouwd in een natuurlijken terreinplooi, deels in ophooging, deels in ingraving tegen een helling. Het voorproject nu bedoelde een gedeelte van die ingraving amphitheaters ge~ wijze te doen geschieden, iets waartoe de natuur- d lijke terreinvorm aanleiding gaf. Dan zou het 1 feestgebouw hebben bestaan uit een voorzaal voor d i: acht honderd toeschouwers met een terras, een zoowel aan de voor- als aan de achterzijde bespeel-bare tooneelruimte, en een daar weer aansluitend amphitheater voor twee a drie duizend man. Al- o leen het tooneel was gedacht met vaste overdek-king, de voor- en achterruimten echter door mid-del van tenten, opgehangen aan tuien, welke in de hooge heuvels ter weerzijden hunne bevestiging hadden kunnen vinden, zoodat geen hinderlijke i.iasten in de binnenruimte noodig zouden zijn ge-weest. Bij gedeelten gemakkelijk weg-neembaar is dit een weinig kostbare en voor de tropen pas-sende afdekking en aan het aspect der tentoon-stelling zou het, bij een kernachtigen gevel-voor-bouw, geen afbreuk hebben gedaan. Men had, mits op oordeelkundige wijze, beidege-legenheden tegelijk kunnen gebruiken, door bij-voorbeeld, als aan de voorzijde een comedie- of operette voorstelling het tooneel in beslag nam, aan de achterzijde een bioscopevoorstelling te ge­ven, en omgekeerd als men voor dans- of caberet-avonden,ofvoor vergaderingen, aan de voorzijde geen groot tooneel noodig had, aan de achterzijde het tooneel te gebruiken voor wajang-wong, co-
Kijkje van af het hooger Tentoonsteilingsterrein.
uden de kosten aanzienlijk lager zijn gebleven an die van het uitgevoerde gebouw. erwijl dit echter een dubbele schadepost gewor-?n is, wijl de recettes nog niet toereikend waren n de kosten, welke het bestuur aan de Wiener-sere tte en haar waarborgfonds besteed had, goed maken. zou men volgens den oorspronkelijken Dzet eene gelegenheid te meer gehad hebben om jne kosten goed te maken, — en eene met meer ins op succes — terwiji de Inlanders niet geheel tgesloten zouden zijn geweest van wat de groot-e attractie van de tentoonstelling vormde. en nevendoel van dezen opzet was een schake! brengcn tusschende hooger gelegen en delagere ntoonstellings-terreinen, die de eerste het vertier >u hebben ktinnen bezorgen dat er nu ont-ak tegenstelling met dat van de ieestzaal was het Kuvel-restaurant nu bijna steeds een saaie leegte, i het geheele boventerrein, waar toch fraaie in-ndingen zooals de Britsch-Indische niet ontbra-:n, trok weinige bezoekers it gedeelte, een latere uitbreiding, was niet in de )rspronkelijke plannen begrepen, en het is eigen-k nooit tot een goed geheel met de verdere ten-onstelling gemaakt. Aan recreatie ruimten voor hinders ontbrak het geheel. echts bij aanvang en aHoop dei- cabaret-voor-^llingen, welke hier werden gehouden, werdhet
er watlevendiger.In den regelspoedden de meeste
bezoekers zich echter schielijk weer naarhet feest-zaal-terras of naar het Trocadero-pavil/oen met desoubrettes.

Deze gelegenheid zou in het heuvel-terrein nabi; de'feestzaal goed op hare plaats geweest zijn. Even eenvoudig ingericht: een open halletj'e voor een buffet, met een stel flinke luifels, veel licht, en veel stoelen en tafeltjes, in een aardigen tuin met uitzicht, hadde zij daar boven meer levendigheid kunnen brengen, en van beneden gezien zou het hoog ge~ legen tentoonste iingsgedeelte door meer vroolijk-heid en meer licht meer de aandacht, en daardoor meer bezoekers hebben getrokken. In zulk een tuin zou de uitbundige vroolijkheid een intiemer milieu gevonden hebben en in het uitzicht op de verlichte terreinen beneden een beterachtergrond dan in de s-avonds gesloten donkere gebouwen, waarvoor je thans was opgesteld. Het was wel fraai, dit uitzicht Die onvergete-lijke theeuurtjes daarboven in het thee paviljoen! Naden afmattender ciag van verzengendehitte,de oogen pijnlijk van het felle licht; eerst de gewaar-wording v.r het koeltje hier, terwijlgeallesbene­den u nog ^toffig en warm wist. Dan het beha-gelijk neerzitten in afwachting van het genieten. Gewoon, eerst nog, en zoo bekend de vlakte bui-ten; in de verte de stad. Hier: een nieuwe stad, met grooter indeeling: de strakke alignementen der Hoofdgebouwen. Daar tusschen, bevalliger, de kleinere gebouwen en pavil/oens en — onregel-matigstaandeindiestrakkeomlijning — degrillige vorrnen deroude tc narinden met stronkige, harde takken en heel ijl groen.

Tusschen dit alles door — on wezenlijk door den af-stand — deroezige drukte van al die kleine mensch-jes in groepen gaande, of wel — een enkele — af-zonderlijk, sommige in haast. Meer in de werke-lijkheid staan nog deze statig-stille Siwolan-pal-men, als wachters bij dit terrasje met hun rijzige stammen en donkeren vol-kroezigen kop. En dan: deonmerkbaar u bevangende.plotselinge Indische schemering, snel vallend als een te schie-lijk droombeeld, dat men zou wenschen te vatten. In een hoofdomdraai zijn de lijnen verflauwd en is Afb. 17. Waterprieel.
alles vervaagd in tinten, vlak en vol gJoed, tot de warmegrijzigheidkomtenalleen delucht nog licht is en het verre tentoonstellingsrumoer ti beginf op te vallen, alsof het zooeven stiJ was. Plotseling — als een signaal — hetaandraaien der verlichting vran den grooten poortboog in de verte. een oogenblik alleen staand in voile illuminatie en dan, den valderduisternis verhaastend.hetuitpin-ken van hieren daar een licht, ginds bij heele reek-sen, aangroeiend tot een feerie, een lichten-accu-rnulatie hier aan uw voeten, met — vreemd — de enkele lange lantaren rijen der aan-enafvoerende lanen in de vlakte. en de zwakke, verre lichten van deri btiitenkant der otad.

V  BESLUIT.
Zoo is deze tentoonstelling geweest van groote beteekenis doch — kon het anders — met veel ge~ breken. De eerste groote uiting was ze van ons Indie", doch een uiting waarin niet alle stemmen tot voile uiting kwamen. Zoo was ze ook. om er aan te werken, een heerlijkheid, doch met veel decepties.

Van hare gebouwen is niets blijven staan. De ge-neente, aan wie een uitstekende gelegenheid ge 5oden was om uit keur van ethnografica aan :oopen te doen, die hadden kunnen strekken tot ern voor een blijvend museum, die in het zoo ty-isch Sernarangsche pavi'joen, zij het op eene andere plaats, had kunnen worden geherbergd, heef gemeend om finantieele redenenzelfsdittemoeten nalaten. Ook van een plan tot stichting van een open-luch t museum, waarineenaantal derge weste-lijke paviljoens zouden worden opgenomen is niets gekomen. Het meerendeel dezer fraaie gebouwen is voor 'n appel en 'n ei verkocht. Onvergetelijk zal echter zijn de herinnering aan den strijd en het stoere werk der mannen, die dit waagstuk ondernamen, en, bezield vanzulkehooge gedachten — alle moeilijkheden van deze nieuwig-heid ten spijt en vaak tastenderwijze — het heb-ben verwezenlijkt tot dit niettegenstaande mis-tastingen en lacunes schitterend resultaat.

De Europeesche volkeren schijnen de periode der wereld-tentoonstellingen, die zuozeer het natio-nale bewustzijn der landen hebben versterkt, te boven te zijn. Een nieuwe periode, die der jaar-beurzen is het komen vervangen. Indie is echter wellicht zoover nog niet, dat men er uitgebreide jaarbeurzen met volledige vertegenwoordiging in alle stands kan verwachten. Het is bovendien nog slechts aan het begin der vorming van zijn natio-nale idee, en heeft nog menige versterking daar-van noodig. Het is hierom, dat in dit stuk een zoo groote ruimte is gewijd aan wat had moeten, had kunnen zijn, en dat hier nogmaals nadruk wordt gelegd op het feit, dat enkele andere naties de tentoonstelling voldoende belang toekenden om er op grootsche wijze aan deel te nemen, doch dat de eigen inzending van Nederland er, — niettegen-staande een goed gehalte, — door haar kleinen omvang en slecht verzorgd uiterlijk, als demon-stratie was: een poovere mislukking, niet geeven-redigd aan den belangrijken finantieelen steun welke der Tentoonstelling uit het Moederland gewerd.
Reeds zijn plannen vastgesteld voor eene nieuwe onderneming van dezen aard in viermaal grooter stad. Moge de groote beteekenis van deze beter worden doorzien, hare voordeelen beter worden benut, en — vooral —- moge de Inlandsche bevol-king er een beter deel krijgen, zoodat ze in haar zal kunnen zien, wat deze tentoonstelling evenals de Semarangsche ongetwijfeld zal zijn: een uiting vanbevriendengeest; van anderer conceptie, doch — wel is waar met anderer voorlichting en hulp — door haar eigen rijkdom en kracht; en moge zij er niet verkeeren als vreemde, doch er mede hooren het geluid van haar eigen stem. Moge zij er ook eindelijk ondervinden, dat de be-langstelling voor haar van het moederland grooter is, dan die van den vreemde. Dit is niet meer wen-schelijk, het is noodzakelijk geworden, door de groote uitbreiding der Indische relatiesmetdena-ties van andere werelddeelen tijdens dezen oorlog.