1. BETEEKENIS EN BELANG DER TENTOONSTELLING. |
De Koloniale Tentoonstclling te Semarang
(K.T.S.) had niet altijd een goede pers. Veel is in haar gelaakt, veel ook is
afgegeven op de plaats waar zij gehouden is: Semarang. Er zijn er, die haar
bestaans-reden in twijfel hebben getrokken en die bij al hun verwondering over
haar hooge vlucht de onderneming zijn blijven zien als een failure.
Wat is de K.T.S. echter geweest, ondanks
zekere onbeholpenheid, die zij als eerste onderneming van dien aard en dien
omvang in Indie, met alle beginnelingen-werk
gemeen had, ondanks ook
hareslechte finantieele resultaten? Ze is bovenal geweest de eerste groote
uiting van Nederlandsch-Indie als eene en ondeelbare natie, eene uiting, die te
opmerkelijker is, daar de tentoonstelling zooveelaan particulierinitiatiefte
danken heeft gehad. De regeering toonde zich der tentoonstellingsver-eeniging
welwillend gezind, en te meer lof verdient hare bonding, waar zij het
particulier initiatief op zoo juiste waarde heeft weten te schatten. Men kan
namelijk niet zeggen, dat van den aanvang af een steun werd verleend, die
ingrijpend was en leiding gaf Het was alsof de regeering, niet veel willende
wagen, te voren eer geneigd tot remmen. per slot van zaken de vlucht, die de
onderneming nam, niet ongaarne zag. Eerstallengs begon haar steun gelijken tred
te houden met wat elders werd gedaan, (vooralnadatbleekhoegroot belang Japan in
de tentoonstelling stelde).
Voorts is de K.T.S. geweest een uiting van
protest, tegen wat wel eens genocmd wovdt de achter-afstelling van Semarang.
Semarang toch heert niet alleen sedert de pacificeering
van Midden-Java aan strategische en politieke beteekenis ingeboet, doch kon ook
op handels-gebied door het gemis van een goede afscheep-gelegenheid met Batavia
en Soerabaja geen gelijken tred houden. Het ontbrak de burgerij niet aan
voortvarendheid en werkkracht, immers mocht de voor het Midden-Javaansch
achteriand zoo gunstig gelegen stad zich in een toenemenden bloei verheugen.
Van de sedert zoo korten tijd zelfstandige Indische gemeenten ontwikkelde zich
ook hier het eerst een krachtig gemeentelijk leven, dat door doortastende
maatregelen meer dan eens de aandacht trok.
Het is niet te verwonderen, dat juist door
dezen bloei het gebrek aan een goede haven als voort durende belemmering werd
gevoeld en dat er een strijd om een diepzeehaven voor Semarang ontbrandde, die
steeds met meer klem werd gevoerd. Hoe het met de technische uitvoerbaarheid
der havenplannen ook zij, zeker is datdeburgerijnau-welijks op schitterender
wijze had kunnen demon-streeren, dat de stad finantieele offers van
over-heidswege waard is, dan zij gedaan heeft, door het initiitief te nemen tot
deze tentoonstelling.
Van het Gewestelijk Bestuur ondervond de tentoonstelling
groote sympathie en de krachtigste medewerking. De resident, voorzitter van het
Hoofdbestuur der tentoonstellingsvereeniging vormde haar eenigen officieelen
band met de Re-geering. Te merkwaardiger is het, dat het gemeentebestuur zoo
weinig belangstelling toondc, en behalve door een goede eigen inzending,
oridergebrachl in hot gewestelijk paviljoen, niettcgenstaande herhaalde
verzoeken om steun tot geenerlei offer bereid was, zelfs niet tot afstand van
de tijdens de tenloon-stellingsdrukte meerder ontvangen vermakelijk heidsbelasting.
Wel is het te betreuren dat de jonge gemeente,
in haar eerste optrenden zoo rijk aan mannen van initiatief, niet meer middelen
heeft kunnen in het werkstellen, om de tentoonstelling aan haar eigen plannen
dienstbaar te maken.
Hierbij wordt niet in de eerste plants
gedoeld op do mogelijkheid om naar het voorbceld van andere steden, bij grooter
deelname eenige tentoonstel-iingsgebouwen voor de stad te behotiden en in te
richtcn als museum, schouwburg of permanente tentoonstellingshal. De tentoonstelling
had op andere wijre het algemeen nut kunnen dienen.
Men bedenke. dat Semarang de eerste gemeente
in Nederlandsch-Indie was, die. in het gelukkige bezit van in de onmiddellijke nabijheid
gelegen gezonde heuvelterreinen (afb. 3), een grootsch gemeentelijk grondbedrijf
organiseerde, waarvan tenminste oorspronkelijk, de bedoeling was, om de bevolking
van de ongezondste stadsgedeelten aan een betere woongelegenheid te helpen,
voor welke hulp voornamelijk in aanmerking kwamen de minder bemiddelden. voor
wie de woningtoestanden het nijpendst gebrekkig waren.
#Voor deze categorie ingezetenen vormde naast
de groote afstand van het zakencentrum en het gebrek aan snelle verkeersmiddelen,
een der voor-naamste beletselen tegen de vestiging in deze terreinen de ontstentenis van een eenigszins bewoond centrum met
winkelgelegenheid enz. De ervaring nu heeft geleerd, dateene groote ten-\ toonstelling,
met haar lange voorbereiding, het | bijbehoorend vertier van werkvolk en de
groote drukte tijdens haren eigenlijkenduur,belangenter plaatseschept, en
steeds de vorming in haar nabij-heid van een, slechts zelden geheel
verdwijnende, kleine bebouwde kom met winkelgelegenheid en wat dies tneer zij
ten gevolge heeft, Dit feit had men te baat kunnen nemen, om hier te brengen,
wat er ontbrak, en men had dit kunnen doen om-dat de eerste groote
wegaanleg (afb. 4) en de ge-meentelijke drinkwaterleiding, die de terreinen
eerst bewoonbaar maakten, nog juist voor deten-toonstelling voitooid waren. Het
heeft echter niet niogen zijn.
De nieuwe Tjandi-weg met zijn
schitterende vergezichten.
De Chineesche
groot-grondbezitter-millionair Oei-Tiong-Ham bleek meer competent en zijne
belangen in dezen ter dege te kennen. Hij stelde op zijn particulier land,
gelegen tusschen de stad en de gemeentelijke heuvelterreinen in, den grond
kosteloos beschikbaar, en maakte het de onderne-ming zelfs zeer gemakkelijk
door haar een groot renteloos voorschot te verleenen. Ook stelde hij aan de
gemeente kosteloos den grond beschikbaar voor de doortrekking van een weg van
de stad naar de gemeentelijke bouwter-reinen, in aansluiting aan bovengenoemden
nieu-wen weg.
Daarmede bereikte hij voor
zijne terreinen 1", eene belangrijke verbetering der wegen, 2°. een schitterende
reclame, 3°. een geslaagd begin van bebou-wing en ten laatste een onmiddellijke
belangrijke
waardevermeerdering van den
grond, hetgeen voor hem vooral veel beteekende met het oog op de door de
regeering gekoesterde plannen tot naasting der particuliere landerijen.
Hiermede was een tweede doel van de gerneente-lijke grondpolitiek : paal en
perk te stellen aan de onzinnige opdrijving der grondprijzen van den laatsten
tijd voorloopig gemist. De nieuweTjandi-weg metzijn schitterende
verge-zichtenfaf b.5)werd een geliefkoosde toerweg voor automobilisten, het
heuvelland een zeer gewild bouwterrein voor meer bemiddelden. Met hen zal er
zich later een niet onbelangrijkaantal Inlanders vestigen, voor wie als
werklieden, bedienden of anderszins geinteresseerden belangen ter plaatse zullen
ontstaan. Om echter den minderen Euro-peaan en een noemenswaard gedeelte der
Inland-sche bevolking uit de moerassige benedenstad er been te krijgen, zal men
thansgrooter moeitemoe-ten nanwenden. Wellicht zelfs is daartoe de kans voor
immer verkeken.
II. DE PLANNEN. Hadden
slechts weinigen eenigen kijk op de belangen welke met de Tentoonstelling
waren ge-rnoeid, niemand heeft te voren kunnen bevroeden welke vlucht de
onderneming nemen zou. Ook voor de oprichters was haar groei geheel
onver-wacht, wat het sterkst spreekt uit het feit, dat haar bouwsom nagenoeg
tienmaal de eerste ramingen bedroeg. Zij groeide onder de hand. Telkens de-den
zichnieuwebehoeftenvoorzien.terwijl andere, waaraan in het begin veelgewicht
wastoegekend, minder belangrijk werden, somtijds geheel ver-vielen.
Juist het feit, dat men bij de
annname van de voor de verschillende onderdeelen benoodigde terrei-nen in den
beginne geheel in het duister tastte, maakteden eersten opzet der plannen
buitenge-woon moeilijk, en met den groei van sommige onderdeelen, het wegvallen
van andere, waaron-der zeer belangrijke, werden de plannen in sommige
opzichten geheel ontwricht. Nog meer was dit tijdcns de uitvoering ht-t geval.
Allerlei eischen werden eerst op het laatste oogen-blik bekend, hetgeen met de
stijging der prijzen en arbeidsloonen ten gevolge had, dat op andere punten
moest worden bezuinigd. Voor de uitvoering was weinig tijd beschikbaar: Hier
moest dus snel beslist en doortastend worden opgetreden. Geen wonder dan ook.
dat zich daarbij conllicten tusschen project en uitvoering moesten voordoen. De
projecten werden daarbij echter in den regel het kind van de rekening.
Eene tentoonstelling van den
opzet der Semarang-sche dienteeneafspiegeling tezijn vanalle levende vormen van
het volksbestaan. Zedient iet.s te heb-
ben van het vededen, doch ook van
de toekomst met zijn nieuwe mogelijkheden. In ons Indie had eene
tentoonstelling als deze juistin dezen tijd een zeer bijzondere beteekenis.
Eenerzijds zijn daar de vele
volkeren,die, sommige met roemrijk verleden, andere zeer in verval, alle met
een eigen, dikwerf zeer hoogstaande bescha-ving, eigenlijk meer naast dan met
elkander leven in bestaansvormen, waarbij zij voornamelijk in eiger ' ehoeften
voorzien, en die elk in zich zelf afgetond zijn.
Te midden van deze is een — meest vlottende —
Europeesche bevolkingskern gekomen, met eigen beschaving, eigen materieele en
geestelijke be-hoeften en eigen aspiraties, en daarmede deed de Europeesche
handels- en ondernemingsgeest ziin intrede. halve in de bedoeling gelegen een Europeesch en een Indisch
gedeelte sterk te onderscheiden door deze onderdeelen in een volslagen
verschillend karakter te houden, echter met behoud van een noodzakelijk
innerlijk contact. Er werd dus voor de Indische inzendingen een af-tonderlijk
gedeelte bestemd, waartoe de natuur-ijke vorm vanhet terrein zich gemakkelijk
leende. Enkele typische verschillen tusschen detrfcliitec-iuur van de moderne
westersche- en die van de Dostersche volken werden bij de verdere indeeling ier
beide terreinen streng dborgevoerd. [n de eerstgenoemde architectuur — bijzondere jevallen
van beinvloeding niet te na gesproken, — vordt groote overzichtelijkheid en een
onmiddel-wordt groote overzichtelijkheid
en een onmiddel-lijk-klaarblijkelijke indeeling nagestreefd, terwijl
laatstgenoemde juist meer gereserveerd is, dikwerf geheimzinniger, weleen
duidelijken wegaangeeft, waarlangs de bouwwerken moeten worden be-zocht, doch
met den kern, die veelal voor het groote publiek niet toegankeliik is, niet te
koop loopt.
Het plan voor het westersch
gedeelte der tentoon-stelling is bij de uitvoering vrijwel tot zijn recht
gekomen. Met gebruik van enkele plooiingen in het voor het doel bij uitstek
geschikte terrein, en met aanhouding van enkele hoofdassen werden de voorname
gebouwen van dit gedeelte om een complex van groote open ruimtengegroepeerd,
elk
op zijn marquante plaats, alle
geflanqueerd doorkleine paviljoens, die —• opzichzelf meer
verzorgddan de groote gebouwen, waarvoor
het beperkte budget geen kostbaar detail toeliet — door himkleine afmetingen juist de groote rnassa dezerhoofdgebouwen
sterk deden spreken.
Door dezen opzet werd verkregen,
dat mendade-lijk bij het betreden van het tentoonstellings-ter-rein dit
gedeelte geheel overzag (af b. 6).
Ter weerszijden van de in grooten
boogvorm ge-houden monumentale ingangspoort (afb. 2) ver-rezen in strenge
vormen de beide nijverheidsge-
bouwen.
Over deepen
ruimtetusschendezegebouwen doorwerd het uitzicht geopend op een in de breedte
ont-wikkeld sportplein, dat, aan zijne uiteinden afgebakend door het
suikerpaviljoen en het verkeers-gebouw (afb. 7), ingesloten vorm gehouden was,
met dien verstande, dat men uitzicht behield op den tentoonstellingskern: het
feestgebouw met zijn terras. Ter weerszijden van een daarvoor gelegen
Franschen tuinaanleg met muziektempel en fon-tein, stonden de beide
Handelsgebouwen, die als tegenstelling tot de nijverheidsgebouwen en in
aansluiting tot dit nicer feestelijk gedeelte in be-valliger vormen waren
gedacht, met door bloeien-de slingerplanten begroeide koepels. (Bij uitvoe-ring
gewijzigd).
Was, zooals gezegd, het
sportplein (afb. 8) ingesloten vorm gehouden, het gedeelte bij den tentoonstellingskern
vond door ommegangen om de Handelsgebouwen, een mcer open behandeling, waardoor
hier een plan-verrijking, een climax werd verkregen.
Van uit deze ommegangen, waaraan
de regee-ringspaviljoens, de meeste buitenlandsche inzen-dingen, de voornaamste
verver-schingsgebouwtjes en eenige particuliere paviljoens konden wor-den
geplaatst, vertakten zich verder de wegen naar de cultuurtuinen, de afdeeling
vermakelijk-heden en de hooger gelegen tentoonstellings-terreinen.
Het Indisch gedeelte zou, volgens
den oorspron-kelijken opzet hebben bestaan uit een gebouw voorlnlandsche
Nijverheid.de inzendingenvande vorstendommen Solo en Djocja, de inzendingen
dergewestelijke besturen van Java en Buitenbezit-tingen, een dorpsplein met
woningen, waarin men Inlandsche handwerkslieden aan 't werk zou kun-nen zien,
eenige bazars, eene reeks ververschings-hallenenrestauraties voor Inlanders, en
ten slotteit eene Archeologische inzending, die het grooteverleden der Indische
volkerenzouvertegenwoor-digen.
Dezelaatstezouhebben bestaan uit
een fraaiecol-lectie Javaansche oudheden, een keurcollectie fo-tografische
reproducties van de bekende tempel-
rumes.hier voor het eerst publiek
tentoongesteld,en als climax een afgietsel van een Javaanschen tempel hebben
bevat.
Deze gegevens maakten, in verband
met de gun-stige terreinsgesteldheid eene zeer karakteristiekeplan vorming voor
dittentoonstellingsgedetlte mogelijk, waarbij de boven ontwikkelde
grondge-dachten geheel konden worden gevolgd.
Het tempel-afgietsel op de wijze
van zijn origineelgeplaatst op een der meest marquante punten van het tentoonstellingsterrein
(op den heuvel achter hetVerkeersgebouw,zieafb.7)zouvanafhetgroot-ste gedeelte
der tentoonstelling en zelfs uit den ge-heelen omtrek zichtbaar, een
fascineerendaantrek-kingspunt hebben gevorrnd. Door zijn spreken naar buiten,
zijn meedoen aan het aspect ook van het Europeesch tentoonstellings gedeelte
zou het de beteekenis hebben gehad van een inwendig contact tusschen beide
gedeelten. Het zouden be-zoeker als 't ware hebben genood tot een gang door de
Inlandsche afdeeling, langs den voorhof met zijn gamelan huisje, en de
ofiicieele inzcn-dingen, langs de reeks prachtige Inlandsche wo-ningen der
buitenbezittingen, langs den in enkele hoeken en bochten kronkelenden weg met
zijn Oostersche drukte tusschen de bazars en de eet-huisjes, waarboventelkens
weer die ternpel de aandacht zou hebben getrokken, uitstekend bovendit gewoel,
verder lokkend. langs de bedrijvigheid der Indische Nijverheidskunst, die in al
haar verschei-denheid altijd stil-prachtigc, gloedrijke, Poesaka der oude
tijden, aleer hem te brengen bij den klei-nen aloon-aloon met de geheimzinnige
steenen-beelden en — in een paar hallen — de rijke in-zendingen afbeeldingen van oude
gewijde kunst, en vanwaar een trap-opgang met door beelden geHanqueer.de
bordessen hem zou hebben opge-voerd tot den tempel-zelf, vanwaar hij de
Indische afdeeling, en de yeheele tentoonstelling, en de stad en al het
omliggend land met zijn bergen en de zee zou hebben gezien als van een hooger
plan.
De plannen voor dit gedeelte
echter zijn nooit verder gekomen dan een eerste ruwe schets, waarvan de
grondgedachte in de afbeelding van het voorproject te zien is (afb. 1).
Alspoedig bleek, dat de archeologische inzending in dezen vorm niet door kon
gaan, daar 1°. de re-geering niet bereid werd gevonden om in den vorm van'een
matig subsidie tot de verwezenlijking daarvan bij te dragen en 2°, ook op de
inzending der Javaansche oudheden niet kon worden gere-kend.
Het betrof hier een zeer fraaie
collectie meest steenen beelden van Djocja, die in een houten loods aldaar
waren opgeslagen, doch waaraan door het bestuur van stad en gewest en door de
burgerij zoo weinig waarde werd gehecht, dat zij, toen de loods aan de
doortrekking van eenestraat in den weg stond, tegen de kosten van inruiming van
een nieuw terrein en van de verplaatsing van loods en collectie opzagen, en
derhalve de geheele collectie overdeden aan de stad Magelang.
iuurdoorrei.
naarMaffelang.gedureadedeatentoonstellingstijdte
Semdfrang te krijgen. De
vroede autoriteiten hadden hier evenwc] geen ooren naar.
Indien men nu weet, dat de waardevolle coJIectiegedurende geruimen tijd te
Magelang op schandelijke wijze verwaarloosd is, en. deels in eenopen wachthuis/e, deels in de vrije buitenlucht
op den aloon-aloon en in den fuin van een hotel al-daar is opgeslagen geweest
en, wie weet, wellicht nu nog in denzelfden toestand verkeert, dan is
hetduidelijk, dat deze poging om bij een grooter pu-bliek kennis en
belangstelling voor deze fraaie oud-heden op te wekken, is afgestuit op een
daad vanonwil, waaropslechts de in ouderwetschen zin ge-bruikte benaming
,,Indisch" past.
De inzending van de fraaie
foto-collectie van den Oudheidkundigen Dienst is toen ondergebrachtin een
gedeelte van het gebouw voor inheemsche nijverheid.
Door dezen loop van zaken ook het gedeelte
Inlandsche restaurants is een mislukking geweest, doch hierover later was aan
de verwachting van het tentoonstellingsbestuur om van dit gedeelte een
even gaaf, afgerond en doordacht ge-leel tekunnen maken als het Westersche
gedeeltes geworden, voor goed de bodem ingeslagen. \an de grootsche deelneming
van de gewestelijke )esturen en de fraaie collectie Inlandsche
Nijver-leidsvoorwerpen, aangevuld door ,,Kampoeng foekangan", waar men de
Inlandsche ambachts-ieden hun kunsthandwerk kon zien beoefenen, let te danken,
dat dit gedeelte toch nog geworden s van een verrassende schoonheid en zeker
een ler belangrijkste gedeelten van de tentoonstel-ing: echter, alleen
belangrijk als opstelling van :usiosa : de ziel was er uit.
onder al deze fraaie gebouwen
viel het op, dat van lie der Javaansche gewesten, waarin zonder uit-ondering
wel veel belangwekkends tentoonge-teld was, alleen een enkele getuigde van een
bijzondere, levende en nog onbedorven volkskunst, die op hetpeilkonstaan
vandieder meestebuiten-bezittingen.
Wel is hieraan duidelijk de
westersche invloed te zien in de ,,meer gepacin'ceerde" gewesten, die de «. ude bewerkelijke en
onzuinige vormen vernietigt, daar deze bij de opdrijving der prijzen van mate
rialen en arbeidskrachten te kostbaar en onmoge-lijk worden, en anderzijds den
inlander inzicht geeft, hoe hij met minder kosten beter en op meer hygienische
wijze in zijn behoeften vooral van be-woning kan voorzien.
Wanneer zal deze maatschappij
weer zoodanig in evenwicht zijn, dat van een nieuwe, dan modernc volkskunst
van gelijke maatschappelijke beteeke-nis als de oude sprake kan zijn ? De f
avanen, die het eerst onder den verzengenden invloed der westersche beschaving
him eigen vormen verloren, zullen wellicht het eerst aan den toe-stand van
thans ontgroeien. Nu toonen zij nog minder, maar zijn zij daarom in
werkelijkheid achterop?
Ook om deze reden bleef men hier
iets van eene Archeologisch-Javaansche inzending missen, die bovendien ons
westerlingen van de goede zijde van ons navorschingswerk had kunnen toonen.
Waren dit nu de uitingen van Java, het
voornaam-stevanalleeilanden.hetrijkste.hetrneestverlichte; van Java, dat in
vroeger tijden den archipel behcerschte en aan Bali en aan andere landen
be-schaving bracht ?
In onze gedachte bleef een
mistroostigheid. een gevoel van eene lacune, en zelfs — niet bedoeld en geheel
onwillekeurig,maar toch — vansmaad : als tegenover een arme, die men op een
feest in haar schamele plunje te midden harer rijkere zus-ters had gezet.
Ill DETENTOONSTELLING ZELVE. Aan
zeer veel kon men van de Semarangsche ten-toonstelling merken.dat
zeeeneersteonderneming van dit karakter was, In sommige gcdeelten maakte ze
meer den indruk van eene jaarrnarkt dan van eene tentoonstelling. Zoo kon men
in de inzendingen der gewestelijke besturen de tentoonyestelJe voorwerpen
koopen en rneenemen, wat op den duur de expostties zeer in waarde deed
verminderen.
In andere afdeelingen scheen men
van het nut eener mededinging naar de fraaist geexposeerde inzending van de
beste artikelen weinig door-drongen en miste men wel eenigszins het uii$e
sproken karakter van concurrence, die de meeste Eiuropeesche tentoonsteliingen
kenmerkte. Naast vele zeer smaakvol ingerichte stands, uit-stekend berekend tot
het lokken van belangstel-'ende bezoekers, \varen er vele onbeholpen
inge-richt. In het zoo geslaagde Chineesche gebouw (afb. 13) geheel door de in
Nederlandsch-Indie woonachtige Chineesche bevolking bekostigd, waren van de inzending
der Chineesche regeering, enkele keurige uitstallingen van curiosa in zeer
rustige interieurs niet te na gesproken, de meeste nijverheidsproducten,
waaronder van de fraaiste, eenvoudigopgeborgeninkasten.Hetpubliekheeft hier in
't algemeen niets van gezien. Deze inzending vormde daardoor eene merkwaardige
tegen-stelling met de Japansche, waar in een gebouw, dat zeer de aandacht trok
(afb. 15), weinig werk ge-maakt was van het interieur, doch alle producten op
nuchterzakelijke, doch wel goed overzichte-lijke wijze in lange saaie rijen
vitrines in verwater-den Lodewijk stijl waren uitgestald. Van een eenigszins
uitsprekenvanheteigen volkslevenwas daar geen sprake, wat wel het geval was bij
de Chineesche inzendingen, waar bij voorbeeld resultaten van inrichtingen van
ambachtsonderwijs waren tentoongesteld.
Het verschil ir» bedoeling, die bij elk
dezer inzendingen voorzat, was hier wel zeer duidelijk. Door dit onbesliste
karakter van de groote massa der inzendingen werd het
demonstratief-propa-gandistisch element van een sterk-sprekend kleiner deel
voor het karakter der geheele tentoonstelling overwegend. Niet in de groote
gebouwen, doch in afzonderlijke paviljoens, meestal op goedgeko-zen plaatsen,
waren er onder meer de inzendingen
Spoor-Tram
Tramwegwezen, Scheepvaart. Pestbestti^dlng ttv \ het paviljoen, ,,dc Vrouw". 1 Dat
ook de inzendingen der gewestelijke besturen van overwegend demonstratief
karakter waren, baardegeenverwondering doch in de afdeelingen voor Inlandsche
en Europeesche cultures met hun-ne demonstrate tuitien en paviljoens, waarin
van de vlucht en het eigenaardige wel en wee van elke cultuur een overzicht
gegeven werd, merkte men niets van concurrence, wel van samenwerking. Te weinig
animo, doch ook de beperkte reisge-legenheid voorbuitenlandschebezoekers, die,
zelfs indien de oorlog niet tusschenbeide zou zijn geko-men, de toevloeii'ng
van veel vreemdelingen zou hebben belet, zal hieraan wel niet geheel vreemd
zijn.
Hoezeer ook behept met alle
onvolkomenheden van een eerste onderneming op een nieuw gebied heeft toch de
tentoonstelling blijvende vruchten gedragen. Voor Japan was ze als het ware het
de-buut voor zijn handel op groote schaal met onze kolonien, die in den loop
van den oorlog zoozeer toegenomen is, doch ook anderen landen niet het minst
Australie en Amerika heeft ze de oogen voor het belang van handelsbetrekkingen
met onze ko-Jammer dat de Nederlandsche inzending, die in den aanvang grootsch
opgezet op het hooger ten-toonstellingsgedeelte een eigen centrum had
kun-nenvormen.enaldaar vertierhad kunnen brengen, bij hare uitvoering is
ingekrompen tot een belang-wekkende, doch kleine inzending in een weinig
toonend paviljoen, waarvan de beteekenis aan de meeste Inlanders geheel is
voorbij gegaan. Belangwekkend was het, om na te gaan, hoe de Inlander, van wien in 't algemeen
bekend is, dat hij zich in fraaie, moderne en Europeesch inge-richte gebouwen
niet dan met zekeren schroom be-weegt, deze liever langs een neven ingang
binnen-gaat, en nog liever met oude, een voudig ingerichte kantoren te maken
heeft, — hoe de Inlander zich in deze modern ingerichte tentoonstelling, vooral
voor de fraaie, luxueuse inzendingen zou bewegen.
dat. hoezecr ooJc oader hen het percentage aan
onontwikkelden. voor w/e het doel van verschil-lende inzendingen en van biji v.
grafieken verborgen I fa/eef,
grooter was dan onder de Europeanen, er toch zeer ve/en waren, die de
inzendingen met groote aandacht bestudeerden, ook die,
welke miniler ecnvoudiyf van opzet waren. Ik ineen hier
echter te kunnen opmerken. dat men zich in het algemeen te weining rekenschap
geeft van het feit, datde Inlandsche bevolking een over-groot aantal weinig
gelctterden en analphabeten telt, wat voorloopig, bij het ontzaglijk aantal
leer-krachten, dat daartoe zou worden vereischt, nog wel niet in belangrijke
mate veranderen zal. Dat wil natuurlijk niet zeggen, dat onder dezen geen
ontwikkelde, helder denkende menschen zijn. Om dezegrootste lagen der
InlandscheMaatschap-pij te trekken zou men de expositie anders moeten inrichten.
Met schrirtelijke aanduidingen en uit-leggingen is men dan niet klaar.
Opmerkelijk was bij hen de grootere belangstel-ling voor exposities, waar
deskundigemondelinge toelichting in de eigen taal gegeven werd, doc veel ook
zou men kunnen bereiken, door aan schouwelijkefiguratievevoorstellingen.zij het
nog zoo eenvoudige, naast de opschriften. — Er ware ter
teritoonsteliing wel enkele stands, waaraan dez richting niet vreemd was, eene klassiek-Euro
peesch-Indische uitstallings wiize dierit echter no te worden uitgevonden. In
het algemeen. kan men zeggen, was detentoon-stellmg zeer aan hen besteed, en
m.i. heeft het da ook niet aan eenigen schroom. of aan een gebre aan
bevattelijkheid gelegen, dat het aantal Inland schetentoonstellings-bezoekers,
in de eerste dagen zoo boven verwachting groot, spoedig zeer ver-minderde.
De oorzaak hiervan moet m.i.
worden gezocht ir het feit, dat er voor hen te weinig behoorlijke at tracties
waren.
IV. DE ATTRACTIES
De gelegenheden tot ontspanning,
verversching ei Afb. 16. De Feestzaal met het voornaamste restaurant trermaak
voor Europeanen, waren uitstekend ver-zorgd.
Was eenerzijds het ietwat te
kermisachtige Luna-park lang niet beter, dan wat een normale Indische jaarmarkt
in dit opzicht geeft.gelegenheidtot ver-poozing en verfrissching was er ecr
te veel dan te weinig en veelal, hoewel eenvoudig, van behage-lijk. genoegelijk
karakter en van ruime opvatting. Voor ontspanning dienden voornamelijkde ruime
feestzaal (afb. 16), met zeer goed ingerichte too-neelgelegenheid, en een
zaaltjc voor Cabaret-Ar-tistique nabij het heuvel-restaurant. Ook het gebodene
was zeer verzorgd. Goede mili-taire muziek op het terrein.goede tooneelstukken,
enkele zeer geslaagde concerten, enkele kleine opera uitvoeringen, gegeven door
uitsluitend Indische krachten, die — afgezien van de eenigszins
magerepianobegeleiding, — uitmunttendoor fijne gevoeligheid en uitstekende
leiding; het uitstekend WienerOperettenEnsemble.de uitbundigeCaba-ret-avonden,
enkele zeer goedestnjkjesen ter ver-korting der na-avonden de groote attractie
van vulgair geestige soubrettes in den Trocadero-Bar, en enkele voortreifelijke
moderne dancing-performances dit alles zal den geregelden
tentoonstel-lings-bezoekers niet licht uit het geheugen gaan, Het was iets, dat
hen uit Indie weg tooverde, ,,Beau-monde" trok, het altijdeenigszins
afmatten-cle, drukkende der atmosfeer deed vergeten. De af en toe gehouden nationale dansen van Atjehers, Dajaks, en
West-Sumatranen die met de inzen-dingen vanhunnegewesteiijke besturen waren
me-degekomen, de Chineesche feesten, met hun phan-tastisch-geillumineerde
optochten, waren exoti-sche sensaties, die deze Europeesche sfeer eer
ac-centueerden dan verbraken. Wat was er echter, dat groote massa's Inlanders
kon trekken ? De kermis in het Lunapark en de al-daar en in de Solosche
afdeeling af en toe in min-derdan middelmatigeomgevinggehouden
wajang-voorstellingen hadden voor hen niets nieuws, waren om zoo te zeggen
..vieux jeu" voor hen. Terwijl voor de recreatie- en
restauratie-gelegen-heden der Europeanen de fraaiste punten der
ten-toonstelling gereserveerd waren, was er niets ge-daan om hun
eetgelegenheden aantrekkelijk te ma-ken. Dit waren, zooalsAfb. 17 zooduidelijk
toont, twee kleine, voor hun tijd bouwvallige krotten, terwijl een Inlanders
bezoek van tienduizenden verwacht werd. Zij waren minder dan ze op de eerste
beste jaarmarkt te vinden zijn. Wel was terrein beschikbaar gesteld voor de
op-richting van warongs. Echter: in een uithoek. Was het wonder, dat hiervoor
weinig animo bestond? Dan nog miste de tentoonstelling voor hen de
aan-trekkelijkheid, bij alle Oosterlingen zoo geliefd, van het kunnen doen van
inkoopen, welkebinnen het bereik hunner beurzen vielen. nedeelte, weinia
oodrinaeria als ze ziin. on aere- Enkele inzendingen, zooals die van Solo en
Djocja, waren wel gedeeltelijk ingericht als een jaarmarkt in het klein, er was
echter nergens een punt, dat door zijne ligging en belangrijkheid daarvoor
ge-schikt was, tot aajifrekkelijk brandpunt gemaakt. Er was daardodr nergens een
gedeelte met die ty-pisch-ernstige.gezellig-roezigeOosterschedrukte, geen
,,Kefamehan" waar de Inlander zich ,,Se-neng '^voelt. Voor hem was het een
aangapen der Europeesche ,,monde", vooral als deze op den la-ten avond bij
de soubrettes gek begon te doen, en van het Europeesche r,Tandakken"
van den pro-fesseur de danse.
Bij den eersten opzet der plannen
was aan deze la-cune wel degelijk gedacht. Het gedeelte Inland-sche restaurants
met enkele bazars, geprojecteerd tusschen den voorhof met de gewestelijke inzendingen,
en den Kampong-Toekangan.dat — waar-om niet — hadkunnen wordenaangevuldmeteen open terrein voor
de opstelling van draagbare kra-men, waar ook de minste man voor zijn paar
cen-ten zijn gading had kunnen vinden, en dat 'savonds door de menigte lichtjes
van al die kraampjes op-geluisterd, dit gedeelte had kunnen maken tot iets zeer
karakteristiek, was een poging ook voor den Javaan iets te brengen. ')
De Voorhof, met zijnen paseban
voor de opstelling van eengamelan, wasgedachtalseencentrum voor volksfeesten.
Nu dansten af en toe Atjehers op een open ruimte naast hun paviljoen hun
krijgs-dansen, soms afgewisseld door Dajaks: zij vonden veel bekijks, maar een
openbare uiting van den Javaanschen volkszin was niet in de hand ge-werkt.
Was het niet als een fataal
symbool, dat overal Europeesche muziektenten waren, en Europeesche muziek
gehoord werd, maar dat de gamelan terug-gedrongen was binnen
enkelekleinereinzendingen of binnen de Wajang tenten? Neen, de gamelans met hun
diepen toon enprach-tig rythmus hadden in een breed opgezet Indisch
') Totn het te laat was heeft men
nog een poging gedaan om Inlanders te trekken.en verkoopersmetdraagbarekramen
toe gelaten tot ..... het Lunapark openbaar een feeststemming moeten brengen,
delucht moeten vervutten van een sfeer van harmonic, de harten toegankelijk
makend voor innigheid en teedere gevoelens. Dan was er lets ge-weest van een
begrijpen en zich geven en had men laten wedervaren een goed recht.
En het tentoonstellingscentrum,
het feestgebouw, waar nu de Inlandsche massa star werd geweerd? In de
voorstudieen was ook daarvan de opzet eene gansch andere.
Het feestgebouw is gebouwd in een
natuurlijken terreinplooi, deels in ophooging, deels in ingraving tegen een
helling. Het voorproject nu bedoelde een gedeelte van die ingraving
amphitheaters ge~ wijze te doen geschieden, iets waartoe de natuur- d lijke
terreinvorm aanleiding gaf. Dan zou het 1 feestgebouw hebben bestaan uit een
voorzaal voor d i: acht honderd toeschouwers met een terras, een zoowel aan de
voor- als aan de achterzijde bespeel-bare tooneelruimte, en een daar weer
aansluitend amphitheater voor twee a drie duizend man. Al- o leen het tooneel
was gedacht met vaste overdek-king, de voor- en achterruimten echter door
mid-del van tenten, opgehangen aan tuien, welke in de hooge heuvels ter
weerzijden hunne bevestiging hadden kunnen vinden, zoodat geen hinderlijke
i.iasten in de binnenruimte noodig zouden zijn ge-weest. Bij gedeelten gemakkelijk
weg-neembaar is dit een weinig kostbare en voor de tropen pas-sende afdekking
en aan het aspect der tentoon-stelling zou het, bij een kernachtigen
gevel-voor-bouw, geen afbreuk hebben gedaan. Men had, mits op oordeelkundige
wijze, beidege-legenheden tegelijk kunnen gebruiken, door bij-voorbeeld, als
aan de voorzijde een comedie- of operette voorstelling het tooneel in beslag
nam, aan de achterzijde een bioscopevoorstelling te geven, en omgekeerd als
men voor dans- of caberet-avonden,ofvoor vergaderingen, aan de voorzijde geen
groot tooneel noodig had, aan de achterzijde het tooneel te gebruiken voor
wajang-wong, co-
Kijkje van af het hooger
Tentoonsteilingsterrein.
uden de kosten aanzienlijk lager
zijn gebleven an die van het uitgevoerde gebouw. erwijl dit echter een dubbele
schadepost gewor-?n is, wijl de recettes nog niet toereikend waren n de kosten,
welke het bestuur aan de Wiener-sere tte en haar waarborgfonds besteed had,
goed maken. zou men volgens den oorspronkelijken Dzet eene gelegenheid te meer
gehad hebben om jne kosten goed te maken, — en eene met meer ins
op succes — terwiji de Inlanders niet geheel tgesloten zouden zijn geweest van
wat de groot-e attractie van de tentoonstelling vormde. en nevendoel van dezen
opzet was een schake! brengcn tusschende hooger gelegen en delagere
ntoonstellings-terreinen, die de eerste het vertier >u hebben ktinnen
bezorgen dat er nu ont-ak tegenstelling
met dat van de ieestzaal was het Kuvel-restaurant nu bijna steeds
een saaie leegte, i het geheele boventerrein, waar toch fraaie in-ndingen
zooals de Britsch-Indische niet ontbra-:n, trok weinige bezoekers it gedeelte,
een latere uitbreiding, was niet in de )rspronkelijke plannen begrepen, en het
is eigen-k nooit tot een goed geheel met de verdere ten-onstelling gemaakt. Aan
recreatie ruimten voor hinders ontbrak het geheel. echts bij aanvang en aHoop
dei- cabaret-voor-^llingen, welke hier werden gehouden, werdhet
er watlevendiger.In den
regelspoedden de meeste
bezoekers zich echter schielijk weer naarhet feest-zaal-terras of naar het
Trocadero-pavil/oen met desoubrettes.
Deze gelegenheid zou in het
heuvel-terrein nabi; de'feestzaal goed op hare plaats geweest zijn. Even
eenvoudig ingericht: een open halletj'e voor een buffet, met een stel flinke
luifels, veel licht, en veel stoelen en tafeltjes, in een aardigen tuin met
uitzicht, hadde zij daar boven meer levendigheid kunnen brengen, en van beneden
gezien zou het hoog ge~ legen tentoonste iingsgedeelte door meer vroolijk-heid
en meer licht meer de aandacht, en daardoor meer bezoekers hebben getrokken. In
zulk een tuin zou de uitbundige vroolijkheid een intiemer milieu gevonden
hebben en in het uitzicht op de verlichte terreinen beneden een
beterachtergrond dan in de s-avonds gesloten donkere gebouwen, waarvoor je
thans was opgesteld. Het was wel fraai, dit uitzicht Die onvergete-lijke
theeuurtjes daarboven in het thee paviljoen! Naden afmattender ciag van
verzengendehitte,de oogen pijnlijk van het felle licht; eerst de gewaar-wording
v.r het koeltje hier, terwijlgeallesbeneden u nog ^toffig en warm wist. Dan
het beha-gelijk neerzitten in afwachting van het genieten. Gewoon, eerst nog,
en zoo bekend de vlakte bui-ten; in de verte de stad. Hier: een nieuwe stad,
met grooter indeeling: de strakke alignementen der Hoofdgebouwen. Daar
tusschen, bevalliger, de kleinere gebouwen en pavil/oens en —
onregel-matigstaandeindiestrakkeomlijning — degrillige vorrnen deroude tc
narinden met stronkige, harde takken en heel ijl groen.
Tusschen dit alles door — on wezenlijk door den
af-stand — deroezige drukte van al die kleine mensch-jes in groepen gaande, of
wel — een enkele — af-zonderlijk, sommige in haast. Meer in de werke-lijkheid
staan nog deze statig-stille Siwolan-pal-men, als wachters bij dit terrasje met
hun rijzige stammen en donkeren vol-kroezigen kop. En dan: deonmerkbaar u
bevangende.plotselinge Indische schemering, snel vallend als een te schie-lijk
droombeeld, dat men zou wenschen te vatten. In een hoofdomdraai zijn de lijnen
verflauwd en is Afb. 17. Waterprieel.
alles vervaagd in tinten, vlak en
vol gJoed, tot de warmegrijzigheidkomtenalleen delucht nog licht is en
het verre tentoonstellingsrumoer ti beginf op te vallen, alsof het zooeven stiJ
was. Plotseling — als een signaal — hetaandraaien der verlichting vran
den grooten poortboog in de verte. een oogenblik alleen staand in voile
illuminatie en dan, den valderduisternis verhaastend.hetuitpin-ken van hieren
daar een licht, ginds bij heele reek-sen, aangroeiend tot een feerie, een
lichten-accu-rnulatie hier aan uw voeten, met — vreemd — de enkele lange
lantaren rijen der aan-enafvoerende lanen in de vlakte. en de zwakke, verre
lichten van deri btiitenkant der otad.
V
BESLUIT.
Zoo is deze tentoonstelling
geweest van groote beteekenis doch — kon het anders — met veel ge~ breken. De
eerste groote uiting was ze van ons Indie", doch een uiting waarin niet
alle stemmen tot voile uiting kwamen. Zoo was ze ook. om er aan te werken, een
heerlijkheid, doch met veel decepties.
Van hare gebouwen is niets
blijven staan. De ge-neente, aan wie een uitstekende gelegenheid ge 5oden was
om uit keur van ethnografica aan :oopen te doen, die hadden kunnen strekken tot
ern voor een blijvend museum, die in het zoo ty-isch Sernarangsche pavi'joen,
zij het op eene andere plaats, had kunnen worden geherbergd, heef gemeend om
finantieele redenenzelfsdittemoeten nalaten. Ook van een plan tot stichting van
een open-luch t museum, waarineenaantal derge weste-lijke paviljoens zouden
worden opgenomen is niets gekomen. Het meerendeel dezer fraaie gebouwen is voor
'n appel en 'n ei verkocht. Onvergetelijk zal echter zijn de herinnering aan
den strijd en het stoere werk der mannen, die dit waagstuk ondernamen, en,
bezield vanzulkehooge gedachten — alle moeilijkheden van deze nieuwig-heid ten spijt en vaak
tastenderwijze — het heb-ben verwezenlijkt tot dit niettegenstaande
mis-tastingen en lacunes schitterend resultaat.
De Europeesche volkeren schijnen
de periode der wereld-tentoonstellingen, die zuozeer het natio-nale bewustzijn
der landen hebben versterkt, te boven te zijn. Een nieuwe periode, die der
jaar-beurzen is het komen vervangen. Indie is echter wellicht zoover nog niet,
dat men er uitgebreide jaarbeurzen met volledige vertegenwoordiging in alle
stands kan verwachten. Het is bovendien nog slechts aan het begin der vorming
van zijn natio-nale idee, en heeft nog menige versterking daar-van noodig. Het
is hierom, dat in dit stuk een zoo groote ruimte is gewijd aan wat had moeten,
had kunnen zijn, en dat hier nogmaals nadruk wordt gelegd op het feit, dat
enkele andere naties de tentoonstelling voldoende belang toekenden om er op
grootsche wijze aan deel te nemen, doch dat de eigen inzending van Nederland
er, — niettegen-staande een goed gehalte, — door haar kleinen omvang
en slecht verzorgd uiterlijk, als demon-stratie was: een poovere mislukking,
niet geeven-redigd aan den belangrijken finantieelen steun welke der
Tentoonstelling uit het Moederland gewerd.
Reeds zijn plannen vastgesteld
voor eene nieuwe onderneming van dezen aard in viermaal grooter stad. Moge de
groote beteekenis van deze beter worden doorzien, hare voordeelen beter worden
benut, en — vooral —- moge de Inlandsche bevol-king er een beter deel
krijgen, zoodat ze in haar zal kunnen zien, wat deze tentoonstelling evenals de
Semarangsche ongetwijfeld zal zijn: een uiting vanbevriendengeest; van anderer
conceptie, doch — wel is waar met anderer voorlichting en hulp — door haar eigen
rijkdom en kracht; en moge zij er niet verkeeren als vreemde, doch er mede
hooren het geluid van haar eigen stem. Moge zij er ook eindelijk ondervinden,
dat de be-langstelling voor haar van het moederland grooter is, dan die van den
vreemde. Dit is niet meer wen-schelijk, het is noodzakelijk geworden,
door de groote uitbreiding der Indische relatiesmetdena-ties van andere
werelddeelen tijdens dezen oorlog.